Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Zo zeide de koning tot Ziba: Zie, [10]het zal het uwe zijn alles wat Mefiboseth [11]heeft. En Ziba zeide: Ik [12]buig mij neder, laat mij genade vinden in uw ogen, mijn heer koning! 10. Een haastig oordeel van zo wijzen koning. Zie onder, hfdst.19 vs.27, enz. 11. Zie boven, hfdst.9 vs.7,9. 12. Tot teken van eerbied en dankbaarheid, gelijk boven, hfdst.14 vs.22. Hierom was het Ziba te doen, die deze gelegenheid waarnam om zijn particulier profijt te doen met Davids nood.